1940-1945 Oorlogstijd
Vanwege financiële problemen kan de zangschool in het begin van de veertiger jaren niet langer bestaan, maar na de tweede wereldoorlog wordt in maart 1946 onder leiding van de toen aanwezige dirigent Wim ter Burg een nieuwe start gemaakt.Op een gegeven moment zijn er maar liefst 160 leerlingen. Helaas vertrekt ter Burg in 1952; er komt een nieuwe dirigent voor de zangschool met een andere aanpak en werkwijze en dit leidt er mede toe dat deze onderafdeling van Stem en Snaren verdwijnt.
Die oorlogsjaren 1940-1945 waren voor het koor natuurlijk een bewogen periode. De problemen beginnen reeds in de mobilisatietijd. De dirigent Dick van Wilgenburg, die de heer Crevecoeur was opgevolgd, moet in militaire dienst en de Nutszaal kan niet langer als repetitieruimte worden gebruikt, want de zaal wordt ingericht als hospitaal. De Duitse taal is taboe en dit heeft tot gevolg dat het repertoire wordt beperkt. Sommige leden bedanken, want hoe kun je nog zingen in deze donkere tijd, maar anderen vinden dat je juist moet blijven zingen.De bezetter eist, dat elk koor zich moet aansluiten bij de Nederlandse Cultuurkamer. De Koninklijke Bond van Christelijke Zang- en Oratoriumverenigingen ziet het allemaal niet zo donker in en vindt dat men voorlopig maar moet toetreden, maar het bestuur denkt er anders over. Eén van de grootste bezwaren is het leidersprincipe van de bezetter met autoritaire bevoegdheid, maar ook het opnemen van de Jodenparagraaf in de statuten, waardoor zij geen lid kunnen blijven of worden, is een heikel punt.De leden zijn het hiermee eens en zo gaat er op 13 april 1943 een brief naar de Cultuurkamer met de mededeling dat de vereniging niet als lid van deze kamer wenst te worden beschouwd en dat de repetities met ingang van 1 april 1943 zijn gestaakt. Bij brief van 13 december 1943 bericht de Gewestelijk Politiepresident te Amsterdam, dat de vereniging is ontbonden en dat haar vermogen is verbeurd verklaard. Haar voortbestaan zal strijdig zijn met het algemeen belang en de openbare orde.
Na de bevrijding worden de repetities hervat en op 29 augustus 1945 wordt in de Westerkerk, onder leiding van Dick van Wilgenburg, die daarna naar Enschede vertrekt, een concert gegeven, waar, zo vertellen de analen, maar liefst tweeduizend bezoekers zijn. Het koor telt in die jaren 170 leden.